Muziek

Deutsche Ashram & Dinosaur Jr. | Paradiso 14-06-2017

Amsterdam, woensdag vroeg in de avond, staan er al een fiks aantal bezoekers voor Dinosaur Jr. in de rij bij Paradiso als Lou Barlow (bassist/zanger) voorbij loopt. Een licht geroezemoes. Meer niet. Het is niet het soort publiek dat de artiest om een selfie of handtekening vraagt.

Eén bezoeker valt uit de toon en roept iets over het blijkbaar zojuist aangeschafte singeltje dat hij in zijn hand heeft van Don McClean. Ze wisselen een blik van verstandhouding en lachen samen om zijn aanschaf. Bijzondere keuze.
Het voorprogramma wordt verzorgd door Deutsche Ashram. Voor degene die nog niet bekend zijn met dit duo zijn de verwachtingen hoog gespannen. Door alle media is immers benadrukt dat de band van Merinde Verbeek (Mineral Beings) en Ajay Saggar (King Champion Sounds en The Bent Moustache) door J. Mascis van Dinosaur Jr. en Warren Ellis van Nick Cave & The Bad Seeds zeer op prijs wordt gesteld.

Geruisloos komt het duo op en openen met het nummer Slow Blow van hun album ‘Deeper And Deeper’ dat vorig jaar uit kwam. Ajay’s haar valt over zijn gezicht dat gedurende het hele optreden dan ook niet meer te zien is. Oogcontact met Merinde of publiek wordt blijkbaar niet nodig gevonden. Dat hoeft ook niet bij dit genre, het is tenslotte shoegaze. Het elektrische geluid van zijn snaren, de drums uit een doosje en de dromerige zang worden ondersteunt door visuals van een wolkenpartij dat telkens van kleur veranderd. Dat is zo’n beetje wel het spannendste wat er gebeurt.
Ook de volgende tracks als ‘Draze ‘n’cuss’ en ‘Ocean is you’ pakken het publiek niet deze avond. Slechts een ‘Little matter’, de titel van hun laatste song, met eerder genoemde beroemde fans aan je zijde.

De crew van Paradiso (hé, daar herkennen we de drumster van Max Meser) en Dinosaur Jr. zetten alles klaar voor de hoofdact. Zoals altijd en overal links J. Mascis omarmt door torenhoge versterkers en boxen, een tafeltje met een flesje AA, water en kokoswater. In het midden drummer Murph, als een buffer tussen de overige twee heren die niet de allerbeste vrienden zijn. Ter rechter zijde van Murph versterkers en ruimte voor Lou Barlow.

Het zo goed als uitverkochte Paradiso verwelkomt de heren die openen met ‘Thumb’. There never really is a good time. There’s always nothing much to say zijn de eerste strofen. Niets is minder waar natuurlijk. Dinosaur Jr. heeft elkaar misschien dan niet zoveel te zeggen (de relatie tussen J.Mascis en Lou Barlow zijn meer dan verstoord) maar hun muzikale boodschap voor het publiek is veelzeggend, heeft diepgang en zijn soms zelf poëtisch te noemen. Een beetje jammer is dat de eerste 15 rijen de zang niet kunnen horen. Het geluid van de snaren en drums zijn zo overweldigend en overstemmend luid dat het voorin de zang wegdrukt. Verderop en boven in de zaal is dat beter en hoe meer men de nuances (of überhaupt de zang) kan horen hoe beter het concert lijkt te worden.

Tijdens de nummers ‘Goin Down’ en ‘Start Choppin’ wordt J. Mascis bijgestaan door een tweede gitarist die vanuit de coulissen een deel op zich neemt zodat J. zich uit kan leven op de solo’s. Hoewel de man niet in de spotlight staat zie je de band, met uitzondering van de op zichzelf en in zich zelf gekeerde J., plezier hebben in hun spel en met elkaar. Fijn.

De setlist bestaat niet alleen uit nummers van het laatste album ‘Give a Glimpse of What Yer Not’ zoals ‘Tiny’, ‘Knocked Around’ en ‘I Walk For Miles’, maar ook horen we singles en hits als ‘Freakscene’ en ‘Little Fury Things’. Natuurlijk zijn de solo’s van J.Mascis het hardst als Lou Barlow zijn geoorloofde twee gevoelige nummers mag zingen.
De visuals zijn langzaam veranderende beelden die ook voor de recente albumhoes zijn gebruikt. Tijdens het rustige begin van een nummer wordt het even nacht op het scherm achter de band. Uiteraard duurt het niet lang voordat de dag terugkeert over het veld met klaprozen en de bergen op de achtergrond en de band met vol volume over de zaal dendert.

De emotionele uitingen van de heren liggen vooral besloten in het spel en de teksten, om uiterlijk vertoon, interactie met – en entertainen van publiek geven zij niet. J. draagt zijn steeds dunner worden haren lijzig langs zijn stoïcijnse gezicht, draagt een t-shirtje met een cartoon. Lou komt op z’n sokken en een overhemdje dat in no-time doordrenkt is van zweet. Hoe enthousiaster hij bast hoe meer zijn krullen dansen en het publiek af en toe zijn gezicht te zien krijgt.

Struikelend over zijn eigen gitaar verlaat J. na de eerste set het podium alsof hij niet snel genoeg weg kan komen. Lou Barlow verlaat via de andere kant het podium. De heren delen zelfs niet een zelfde deur. Natuurlijk komen ze nog terug voor een toegift ‘Just Like Heaven’ een perfecte cover van The Cure.

Net niet weggeblazen peutert men tevreden en geraakt de oordoppen uit. Het zal nog even duren voordat het gehoor terug is en men elkaar kan vertellen hoe goed het was.