Muziek

Eerherstel voor Doe Maar

Je kunt appels en peren niet met elkaar vergelijken. Maar je kunt ze wel naar je hoofd krijgen. Daar kan Doe Maar over meepraten, sinds ze op 23 mei 1983 het Pinkpopfestival afsloten. Hetzelfde muziekevenement dat ze een jaar eerder zo overtuigend hadden geopend. Doe Maar was kom-mer-sjeel geworden, riepen de oorspronkelijke ‘fens’. Was de band andere muziek gaan maken? Nee. Waren ze slechter gaan spelen? Nee! Het was simpelweg zo dat de groep, zonder dat ze er zelf op hadden aangestuurd, ineens met een compleet ander en veel breder publiek bleek te hebben aangeboord.

Terug Naar Af

Een paar jaar eerder was het Brabantse viertal juist Terug Naar Af gegaan. Weg met de internationale ambities! Amerika zouden ze toch nooit veroveren. En als je je dan toch op Nederland richt, waarom dan niet meteen in je moerstaal? Met een Volkswagenbusje en een paar Bose speakertjes trok Doe Maar langs dorpspleinen en manifestaties. Vaak als pleitbezorgers van de Nederwiedewiedewiet, die ze zelf hartstochtelijk kweekten en consumeerden.

De Piek

Toen Henny Vrienten zich bij het clubje aansloot, kregen de liedjes onderweg naar de optredens – in datzelfde busje – steeds meer koortjes en rare stemgeluidjes toegevoegd. Het aantal mensen dat ze uit volle borst meezong, groeide in rap tempo. De Bose boxjes konden het niet meer aan en werden ingeruild voor grote PA-systemen. De dorpspleinen maakten plaats voor sporthallen, waar aan de lopende band meisjes bewusteloos uit het publiek werden gevist en afgevoerd. In katzwijm gevallen door hun bewondering voor Henny en Ernst, suggereerden sommige bladen, maar in werkelijkheid waren ze platgedrukt door de metersdikke rijen achter hen. Er bestonden nog geen dranghekken zoals we die nu kennen. Een band met een succespiek als die van Doe Maar had Nederland sowieso nooit meegemaakt. Henny en Ernst, allebei 35 en voorzien van een gezond stukje verantwoordelijkheidsgevoel, zagen het met lede ogen aan. Dit was niet de bedoeling geweest. Ze hadden zelf een gezin, het hadden hun eigen kinderen kunnen zijn…

Het Einde

Menige marktkoopman pikte van het succes een graantje mee. De bandleden zagen er geen cent van, maar werden er wel op aangekeken als de spullen – in de bandkleuren gifgroen en zuurstokroze – niet deugden. Anderen hadden de lusten, de muzikanten zelf ervoeren vooral de lasten. Kwam het einde voor buitenstaanders misschien als een volslagen verrassing, voor Doe Maar was het een enorme opluchting.

Het Eerherstel

Met uitzondering van drummer Jan Pijnenburg bleven alle leden muzikaal actief, maar bij voorkeur in de luwte. Als huiscomponist van Klokhuis (Henny), of als begeleiders van Boudewijn de Groot (Ernst en gitarist Jan Hendriks). Doe Maar was voor hen jarenlang een gesloten boek. Doodzonde, want de band had geweldige liedjes gemaakt en die op volledig eigen wijze in weten te kleuren. Met meer koortjes per vierkante centimeter dan de meeste Nederlandse bands bij elkaar.

Daarom juich ik het eerherstel voor Doe Maar, zoals dat vanaf 2000 middels reünieconcerten in gang is gezet, van harte toe. Ware volksfeesten zijn het vaak. Dat zal bij de reeks die er nu aan zit te komen – Doe Maar 32 Jaar Later – niet anders zijn. Echt revanche kan Doe Maar nemen wanneer ze in juni wederom het hoofdpodium van Pinkpop betreden. Mocht er onder het publiek toch nog iemand met snode plannen rondlopen, hierbij een welgemeend advies: gebruik die appels en peren waar ze voor bedoeld zijn. Om op te eten!

HANS VAN DEN HEUVEL

Doe Maar | 14, 15, 18 juni 2016 | Ziggo Dome, Amsterdam