Muziek

David Byrne: Everybody’s Coming to My Show

David Byrne speelde in een uitverkochte AFAS Live met wel een heel bijzonder concert.

Ik ga met evenveel plezier naar ieder concert toe als ik moet werken. Het fotograferen van bands en artiesten vind ik nu eenmaal heel leuk, maar vanavond is toch wel speciaal.

Begin dit jaar is zijn laatse album verschenen: American Utopia. Tijdens de zomerfestivals heeft hij al een voorproefje gegeven van de bijbehorende live show. In Nederland was dat op Down The Rabbit Hole, maar datzelfde weekend speelde hij ook op Rock Werchter. Hier was ik aan het werk en wat ik daar zag blies me echt omver.

Byrne staat bekend als een vernieuwer, en vernieuwend is hij nog steeds. Kijk vooral de concertfilm Stop Making Sense die hij met de Talking Heads maakte. In deze tour rekent hij radicaal af met het oude concept van een live optreden: een podium met een aantal muzikanten en hun instrumenten. In 95% van de gevallen (DJ’s even buiten beschouwing gelaten) staat er achteraan een drumstel, links en rechts daarvan een gitarist en bassist en daarnaast weer de keyboards en percussie. Vooraan op het podium staat normaliter een zanger(es).

Het podium is vanavond vooral leeg. Helemaal leeg. Alleen de drie wanden zijn afgezet met een soort metalen kralen gordijn. Tussen de kralen door lopen de muzikanten het podium op en af.

Alle instrumenten zijn draagbaar gemaakt. Nu is dat voor zangers en gitaristen niet ongebruikelijk. Zelfs een draagbaar keyboard zie je nog wel eens voorbij komen, maar wat opvalt is dat het drumstel en de percussie zijn verdeeld over zes muzikanten. Een beetje afgekeken van drumbands en muziekkorpsen die over straat lopen.

Het geeft een vervreemdend effect, dat je geen vaste referentiepunten hebt waar je naar kunt kijken. Naast David Byrne zijn er 11 muzikanten die het podium op en af gaan. Elk nummer heeft daarbij zijn eigen choreografie gekregen. Variërend van Byrne die als een biologieleraar les geeft over het menselijk brein in het openingsnummer Here tot een uitgekiend schaduwspel in Blind.

Daarbij komt ook nog eens een subtiele lichtshow die zonder veel grote effecten toch ook ieder nummer een eigen gezicht geeft.

De inmiddels 66-jarige Byrne moet in een geweldige conditie zijn. Hij danst net zo hard als de meeste (jongere) medemuzikanten. Wel op zijn kenmerkende houterige manier.

Voordat Everybody’s Coming To My House wordt ingezet neemt Byrne de gelegenheid om zich ook als mens uit te spreken. Dat is iets wat ik van hem ken. Hij legt uit dat deze show niet zonder zogenaamde immigranten zou kunnen bestaan. Zelf is David van oorsprong Schots en zijn muzikanten komen van over de hele wereld. Het verhaal krijgt een warm applaus.

De show lijkt ergens in het midden van een concert en een theatervoorstelling. Wat vanavond versterkt wordt doordat iedere bezoeker in de AFAS Live een stoel heeft.
Als ik klaar ben met fotograferen en snel de zaal weer in ga laat ik mijn gereserveerde plaats voor wat het is en ga ik ergens aan de zijkant staan. Ik trek het niet om te blijven zitten terwijl er zo fantastisch gespeeld wordt.

En gepeeld wordt er. Niets komt van meelopende bandjes of tapes. De intro van Born Under Punches wordt gebruikt om te benadrukken dat elke noot live is. Naast veel werk van American Utopia komt er ook veel ouder werk voorbij. Zo bewijzen de Talking Heads nummers nog maar eens hun tijdloze schoonheid. Halverwege de show komt de AFAS Live voorzichtig van de stoelen af tijdens Slippery People, maar bij Burning Down The House is er niemand meer die kan blijven zitten.

Dit is zo’n avond waar je echt bij had moeten zijn. Helaas waren er meer mensen die naast de kaarten grepen dan die er wel waren. Het is dan ook te hopen dat David Byrne nog een keer terugkomt, want dan ga ik er weer heen.